We keken voor het uitrijden van de mest lang uit naar een paar droge dagen, maar die waren dungezaaid deze winter. De velden bleven te nat. Maar maandag zag het er goed uit, twee dagen droog en daarna een beetje regen. Er was minder mest dan vorige jaren omdat we niet meer in de boxen voeren, maar toch in totaal 14 1/2 karretjes. Zoals altijd schepten we samen in, R schepte uit en ik reed de trekker. Er was genoeg voor het ruïneveld en nog wat voor de overkant, iets minder intensief.
Maandag waren er geen knaasjes, met een fris windje, dinsdagochtend wel, wat het werk meteen een stuk onaangenamer maakt. 's Middags viel het wel weer mee.
Olivier hoeft dit jaar geen mest aan te voeren, de opbrengst is straks dan misschien minder maar we hebben zo ook hooi genoeg.
Dinsdagmiddag kwam Goffinet ook zijn land bemesten (met koemest), hij doet in tien minuten waar wij twee dagen mee bezig zijn, maar we vonden zijn resultaat minder goed verdeeld. Ambachtelijk verspreide mest is toch je ware. In zijn airco-cabine heeft hij dan weer geen last van knaasjes.
Dan komt er langzamerhand een eind aan mijn gebrei met dikke wol (90% gerecycelde PET-flessen en 10% alpaca, voelt goed aan). Het plan was oorspronkelijk drie kussenhoezen voor op de bank. Ik breide er een maar het stond totaal niet. Niet strak. Dus wat nu, het was best veel wol. Een dekentje begonnen maar dat leek ook nergens op, een trui dan maar, niet dat ik er een nodig had. O, nog veel wol over, etc. etc. etc. Uiteindelijk verzon ik twee truien en twee mutsen, en nog zijn er twee knotten over, daar maak ik dan een sjaal van en dan moet het uit zijn. Het is toch nooit meer winter dus wanneer heeft een mens nog zulke dikke truien nodig. Nooit.
En nu ben ik verkouden. Voor straf waarschijnlijk, omdat ik mij negatief heb uitgelaten over een paar onschuldige warme truien.