De kerstboom zoals altijd op 2 januari buiten gezet, waar hij al gauw van zijn standaard waaide. Ik wierp hem in het weiland, waar Harissa, Kir en HiRise een dramatische show opvoerden. Wat is DAT! Dat lag daar gisteren nog niet! Het is dik en rond en beweegt zachtjes, dat moet wel een monster zijn, misschien wel een gevaarlijk dier, een konijn ofzo. Voorzichtig een paar rondjes eromheen draven, nog een paar de andere kant uit, snuiven, nee, het was ze toch echt te machtig. Het was eigenlijk enger dan het oudejaarsvuurwerk, dat dit keer erg meeviel (13 minuten, en niet dichtbij).
Toen ik het gestress een poosje had aangekeken, liep ik het land in, greep het boompje en sleepte het een eindje verder, van de paarden af. Ooo, ahaa, het is maar een spárretje, een heel kleintje bovendien. Tien seconden later stonden onze helden er smakelijk aan te knabbelen. Alleen Titan liet zich door het hele gebeuren niet storen.
Gisteren inspecteerden we het hoogwater, te voet. Bij het driehoekje was de gué zo breed en diep dat R stroomopwaarts over het beekje moest springen (geen laarzen), en ik een omtrekkende beweging maken door het bos (wel laarzen maar lager dan het klotsende water). Ook het beverbeekje stroomde breed en wild. Het hoogwater van de Vierre was hoger, breder en snelstromender dan wij het ooit eerder meemaakten.
Over het overstroomde weggetje, rechts van het prikkeldraad, moesten Titan en Kir vandaag richting huis. Ze vonden het eerst wel spannend, maar ze durfden toch. En dat na hun avontuur tijdens de bosrit, vlakbij de plek van het wasbeertje. Deze keer was het een groot hert dat pal voor hun neus het pad overstak. Kir stormde het struikgewas in, Titan deed een roll back de andere kant op, Kirs zadel verschoof, er brak een teugel, toestanden, maar eind goed al goed.
Het jaar is in elk geval niet saai begonnen.