Het blijft maar regenen, niet hard maar gestaag. Sopsop. Gisteren 15 mm, vandaag alweer 10 en de dag is nog niet voorbij. De paarden staan hooi te eten in de regen en als het op is verhuizen ze naar de drup, half onder het boxendak, Kir half onder de luifel op de uitkijk. Niet dat er iets te zien is, het dorp is allang verdwenen in de laaghangende wolken en er is niet eens jacht, maar Kir is nu eenmaal de schildwacht.
Nero kwam kletsnat thuis, ik liet hem een paar uur opdrogen in de sellerie net als laatst, en daarna was hij nog steeds niet droog. Alleen de mezen trekken zich niets aan van de regen, het is nu juist veilig rond de vogelhuisjes want Océ verstopt zich met dit weer niet onder de dennetjes met een roofzuchtige blik in de ogen, integendeel ons prinsesje blijft de hele dag in haar nest liggen, hoog en droog.

Binnen zou je er melig van worden. We haalden de kippenpuzzel tevoorschijn, maar helaas hadden we hem met een uurtje of twee drie al in elkaar zitten. Dan maar de steampunkpuzzel, die is tenminste moeilijk. We hebben hem al vaker gemaakt maar het blijft een uitdaging, 1000 stukjes, allemaal in verschillende tinten bruingrijszwart.

De buurvrouw heeft haar kerstboom al in huis, deze keer zo te zien gewoon uit het bos. Zelf vinden wij het nog veel te vroeg, rond 15 december is onze kerstboominhuishaalstreefdatum. Met de kerstbomen aan de overkant gebeurt dit jaar niets. Ze hadden allang geoogst kunnen worden maar de eigenaar zit in de bak en het bedrijf is failliet, lazen wij in de krant. Daar staat dus kapitaal te ontwaarden, maar nee, wij halen gewoon net als altijd een van de kansloze sparretjes uit het bos, die zijn van niemand. Op een droog moment, als dat zich nog eens voordoet, en anders in de regen.
Na een nachtvorstje (-3°) en tijdens blauwe opklaringen (+1°) wandelden we naar het beverbeekje. Volop dammen, watervalletjes en stroomversnellingen daar. We verstoorden een witte reiger, zowel op de heen- als op de terugweg. Niet dat we dichter bij hem kwamen dan een meter of 30 maar dat vond hij toch te bedreigend. Vreemd eigenlijk, er is toch nooit een mens die een reiger naar het leven staat. Wie gaat er nu op de reigerjacht? Die vogels hebben hier helemaal geen natuurlijke vijanden.
Tussen de twee bruggen had de vlijtige bever weer aan de wilg gewerkt. Hij had er een lange, dikke tak weten af te knagen, die lag nu dwars over het pad. R legde hem opzij, als er een keer iemand overheen rijdt, is hij niet meer aantrekkelijk voor bevers, en dat na zoveel moeite. In elk geval is Ed nog niet tevreden want met de volgende tak was hij al meer dan halverwege. We verbazen ons er wel over, want als die takken helemaal naar het beekje moeten worden gesleept is hij een flinke tijd bezig. En als hij de Vierre ermee wil afdammen, die veel dichterbij is, wordt het niks. Ten eerste stroomt die veel te krachtig en ten tweede zal Eaux et forêts dan zeker ingrijpen want een dam in de Vierre zou leiden tot permanente overstromingen in de weilanden en zo ver gaat de re-wilding vooralsnog niet.

Toen we thuiskwamen, bleek de ruif alweer twee meter verschoven. We zagen Kir duwen om bij het allerlaatste plukje hooi in het midden te komen. Echt wel slim, maar dit wordt toch te gek, om de dag de tractor tevoorschijn halen om die ruif weer op zijn plaats te zetten. R bedacht een plan en vandaag voerde hij het uit. Het is een experiment, als het in de grond geramde betonijzer niet tegen haar geduw bestand is, gaan we op zoek naar een dikkere ijzeren pin.
Behalve een heleboel routine (hooi, water, mest, de ruif terugplaatsen wanneer de paarden hem weer twee meter heuvelaf hebben geduwd) waren er de afgelopen week bij hogere temperaturen en druilerig weer ook een paar nieuwe dingen.

Zo maakte ik voor het eerst in misschien wel twintig jaar een tekening. Geen kunst, maar een weergave van de werkelijkheid. Ik ben het vaak genoeg van plan maar er kwam nooit wat van, terwijl R alweer jaren geleden zo'n mooi tekenbord voor me gemaakt heeft.
Van heel andere orde is het experiment om de laatste hooirol van 2024, die beschimmeld is, in de sparren te deponeren. We willen zien of en hoe snel hij uit elkaar valt, en of er bosdieren van komen eten, zodat we kunnen zien of hij van binnen ook beschimmeld is.

Verder kregen we bij de apotheek onze wintervaccinaties, covid en voor mij griep, dat was de eerste keer in mijn leven. Niet dat we kwetsbare ouderen zijn geworden, maar onkwetsbare ouderen zijn we natuurlijk ook niet. De leeftijd ...
En ik scoorde een paar nieuwe robuuste handschoenen bij DH, een kleine maar belangrijke vreugd als de oude in lappen uiteenvallen. Bij echte kou zou een paar wanten nog beter zijn, maar daar doet men hier blijkbaar niet aan. Alleen bij de hema zag ik vorig jaar een paar, natuurlijk specially imported by the management at colossal expense uit Nederland, maar niet de goede maat, en als we in Nederland zijn is er nooit tijd om op wantenjacht te gaan, dus ben ik aan het begin van de winter toch blij met deze, die R 'je motorhandschoenen' noemt.
Koud hè? Vrijdagnacht -10° en gisternacht -6. De paarden krijgen extra hooi voor 's nachts en ook dat is 's ochtends schoon op. Elke dag voor de paarden ettelijke emmers water in de ton in plaats van via de automatische drinkbak, ook een paar keer per dag een klein bakje water voor Nero en Océ want dat bevriest alweer snel, dan bevroren mest loswrikken, eerst langs de ruif en vlak voor het hooischuurtje en daarna bij de mesthoop alles weer uit de kruiwagen zien te bikken.
O ja, de mezen niet vergeten. Zaad pitten vetbolletjes pinda's, drinkwater.
Ziezo. Alles bij elkaar heel wat werk. En klaag ik? Ik klaag niet, want het is mooi, vorst.

En in huis is de verwarming aan.
Maandag liep ik 70 meter naar beneden in de straat naar een overbuurvrouw om even iets te vragen. Dat was op zich al bijzonder want meestal zwaai je naar je buren als ze langsrijden in de auto, een enkeling die een hond heeft uit te laten gaat te voet. Maar nu: laarzen uit, naar binnen, aan tafel, babbeldebabbel, nuttig en gezellig. Maar het allerbijzonderste aan dat bezoekje was de ontdekking, na al die jaren dat we geen idee hadden waar hij 's ochtends naar toe kuiert nadat hij bij ons zijn brokjes heeft gescoord: Nero! Nero zat daar bij de voordeur op een tafeltje, samen met zijn zwartwitte vriendin, uitgebreid te smikkelen uit keurige klaarstaande etensbakjes. Natvoer, alsjeblieft. Hij is daar vaste klant en slaapt ook regelmatig in hun houtschuurtje, waar ze speciaal voor hem een kattenluik hebben laten zagen. Ze wisten niet dat hij officieel van ons is, met chip en paspoort, maar er was geen twijfel mogelijk, het was absoluut Nero, 's zomers rood, 's winters zwart. Hij heeft het voor elkaar in het leven en door deze ontdekking verandert er niets. Het beste van twee werelden, het is hem graag gegund.

Verder was onze timing deze week extra goed. Voordat het ging vriezen sloeg R de palen van de vogelhuisjes de grond in, gisteren haalde ik een voorraad voer en bolletjes en installeerde de huisjes en vandaag is de winter begonnen.

De meeste sneeuw is alweer weg, maar het startschot is in elk geval gelost, met nachtvorsten die de komende tijd nog verder oplopen.
De jaarlijkse BM (Belangrijke Mijlpaal van I+R) vierden we gisteren door te gaan eten in Lacuisine, niet hier thuis in de cuisine maar in het dorp dat zo heet. Dat R het nu al negentien jaar met mij uithoudt (en in totaal al 27 jaar) is wel een etentje waard. Nog vele jaren, wensen wij ons toe.

Zondag inspecteerden we te voet de beukenoogst aan het eind van ons groene pad, dat alweer niet groen is. Vooraan heeft de stripmachine sparren gezaagd en uitgsleept, en achteraan na de greppel zijn de dikke beuken de klos. Te paard kunnen we er nergens meer door, overal wordt de doorgang versperd door takken en hele kruinen.

Het waren dikke beuken en het waren er veel. Volgens de bosbouwer komen er later andere zagers die de takken tot haardhout verwerken. Als die klaar zijn, zal er wel weer een pad te maken zijn maar dat kan nog wel even duren.

Volgens de krant brengt beukenhout momenteel 1000€ per kuub op dus daar ligt voor een kapitaal. Dit jaar gaat het hout niet zozeer naar China, blijkbaar heeft men daar nu genoeg nachtkastjes en tafeltjes van Europees beukenhout.

In elk geval spekt de opbrengt de kas van de gemeenten en uiteindelijk wordt alles wel weer opgeruimd en groen.
Dinsdag brachten we de paarden van Olivier terug naar de vallée de l'eau. Ze hadden het gras aan de overkant op en lieten dat horen door te hinniken zodra een van ons zich buiten vertoonde. Woensdag was ook droog weer voorspeld, mooi tijd om in het ruïneveld de refus te maaien en dat veld en de overkant te slepen. Dagje tractorrijden, na afloop alles schoonmaken, en klaar voor de winter. Tevreden gevoel. Later kunnen we nog kalk strooien en Olivier heeft herhaald dat hij op tijd mest komt uitrijden.

En vandaag maakten we een heel fijn ritje, gewoon in het bos achter het huis met Titan en Harissa. De paarden zitten al goed in het winterhaar en werden best vochtig ook al deden we het kalmaan. Aan alle kanten werden we omgeven door zaag- sleep- en stripgeluiden. Bosbouw. Af en toe hoorden we een boom vallen. Beuken en sparren. We konden elkaar vaak haast niet verstaan door het geritsel van al die dorre beukenbladeren. Alleen als we even door een sparrenplantage reden was het opeens muisstil. De rode zonsondergang scheen tussen de bomen door en we kwamen thuis tegen de schemering, vanuit de verte begroet door het gehinnik van Kir en HiRise.
Er waren zoveel mijlpalen deze week, grote en kleine, dat ik beter even een opsomming kan geven. Helemaal geen foto's gemaakt deze week, dus o jee, alleen een lap tekst. Geheugensteuntjes.
Hooi. Dat is meteen de grootste mijlpaal, en vandaag was de eerste dag. Een baal tevoorschijn halen met de trekker, kijken hoe hij eraan toe is (een van de drie balen hooi overgehouden van 2024), en even nadenken hoe we alles vorig jaar ook alweer deden. Plastic in de grote blauwe ton met deksel, touw in een grote zak, en een kleine blauwe ton voor eventuele rumex. Die was er niet meteen, maar we weten de volgorde nu wel weer. Er zat een rand schimmelhooi aan de voorkant, die verdween de crossbaan in, maar de rest is goed. De paarden hadden de eerste lading vlug op en daarna was het weer grazen in het achterveld. We gaan per dag drie keer acht kilo voeren en 's avonds twaalf, en we bekijken of ze daar genoeg aan hebben. Vorig jaar werden ze te dik, met drie keer tien kilo plus vijftien 's avonds. Bij nachtvorst wordt het natuurlijk weer anders.
Op de zonnige dagen kwamen er hele grote groepen kraanvogels over, de meeste heel hoog, andere lager.
Mijn spinning fiets is vandaag een jaar in huis. Veel plezier van gehad voor de operatie, en erna is hij zelfs on-mis-baar. Als ik niet iedere dag twee keer fietste, zou de knie zeker verstijven. In al die tijd maar één keer overgeslagen (weekend weg) en één dag slechts twee keer vijf minuten wegens drukdrukdruk. Ik hou goed vol, en het is nog steeds niet saai. Terwijl ik fiets, houd ik de getalletjes in de gaten, bedenk wat ik de rest van de dag wil doen of denk na over iets anders, en span me verder gewoon in. Nog steeds zonder muziek en met max 25 Watt weerstand.
In het bos langs ons groene pad worden sparren gezaagd. Twee markeringen: scolytes, en een: gezonde bomen. Normale bosbouw. Boven bij het bord van de niet-bestaande picknicktafel is ons hele uitrijpad versperd door gezaagde beuken, takken en kruinen. Overal langs de weg liggen dikke beukenstammen. Het weekend was er weer jacht, maar niet dichtbij. De geraniums op de composthoop en de potten schoongemaakt. Ook maakten we in het weekend het huis schoon. Dat is geen mijlpaal, maar als je ermee klaar bent voelt het even zo, tot het weer begint te vervuilen (vrijwel onmiddellijk).
En dan de mijlpaal 'van de eeuw': we hebben een nieuw dekbed. Eindelijk dan toch, of misschien juist: nu al? Het vorige hebben we 36 jaar gehad. Is dat nu lang of juist niet? Lang geleden toen ik het eens liet reinigen, vroeg ik aan de daar werkzame dame hoe lang een dekbed normaal gesproken eigenlijk meegaat. O, een generatie of twee, drie. Dus zo bekeken waren we maar net op de helft. Aan de andere kant, voordat ik een nieuw dekbed bestelde nu het oude wel erg dun was geworden, las ik eens wat websites. Daar dezelfde vraag. En? 'Een dekbed gaat ongeveer zeven jaar mee'. Als dat waar was, was ons oude zwaar overjarig. Maar goed, dat was een site waar men dekbedden wil verkopen. In elk geval voelt het nieuwe lekker warm aan, een soort heerlijk knusse donscocon, zodat ik zin heb om vroeg naar bed te gaan en er laat uit te komen. We kunnen er weer tegen, zeven jaar of drie generaties, we zullen het meemaken.
Zaterdag regende het de hele dag. Ik bracht hem door in de keuken. Appeltaart, appelschillenjam, appelmoes met gember, tomatensoep. En tussendoor liep ik af en toe naar de boxen. Daar zat Nero namelijk, binnen.
's Morgens na het voeren maakte hij meteen duidelijk dat deze weersgesteldheid hem niet aanstond en dat hij de dag net zo lief droog en slapend zou doorbrengen. Goed jongen, blijf dan maar in de sellerie zitten. Kijk hoe dat je bevalt en dan kom ik je er over een paar uur wel uitlaten.
Maar hij hoefde er ook toen niet zo nodig uit. Hij had zijn intrek genomen in de doos die ik daar tijden geleden eens had neergezet voor het geval we een van de katten daar per ongeluk zouden insluiten, dan hoefden ze niet op de betonnen vloer te slapen. Dus toen ik hem rond de middag kwam opzoeken, draaide hij zich nog eens om en bleef zitten.
Zoals bekend is het vrijwel onmogelijk om een zwarte kat te fotograferen, ook nu weer. Hij staat tegelijkertijd met zijn voor- en achterkant in beeld. Katten zijn echt ongelooflijk lenig.

Zondagmorgen was het droog, we wandelden naar de twee bruggen. In het beverdal stroomt het water weer volop, overal zijn watervalletjes en stroomversnellingen. Tussen de bruggen was een bever goed op weg om een wilg om te knagen, als hij daarmee de Vierre wil stremmen is dat nog een heel eind slepen. Maar misschien vindt hij het gewoon een smakelijke boom.

Omdat er in het bos jacht was, liepen we via het dorp terug. Op de brug bleven we even staan kijken. Zo blauw, boven en beneden. En toen we tegen vijf uur de paarden en de katten gingen voeren, viel er een enorme stortbui, zo gigantisch hadden we er nog zelden een meegemaakt. Een half uur later was de wolk naar het oosten weggetrokken en scheen de maan boven de wolken uit in een donkerblauwe hemel. Ik zou echt nergens anders willen wonen.
Eerst was het een dag van kleine ergernissen: zijde proberen te naaien met een draad die niet meewerkte en toen ik het met veel gepriegel eindelijk voor elkaar had bleek er een gat in de stof te zitten - vogelpoep op de schone was - een pleister die steeds nat werd als ik mijn handen waste - zo'n soort dag.
's Middags ging ik de malaise te lijf door lavendel en kattekruid te snoeien, dat is tenminste concreet en na afloop heb je een berg snoeisel voor de bramen en de composthoop.
Na het voeren tegen vijf uur bleven de paarden opeens geïnteresseerd staan kijken richting ruïneveld. Wat was daar dan te zien? In elk geval geen reeën of herten. Uit de verte leken het heel kleine bisons, of een paar bavianen, of misschien wasbeertjes. Maar dat waren het niet.
We liepen samen met de paarden die kant op om ze van dichterbij te bekijken. Dankzij Titan, die rustig doorgraasde, liepen de beesten niet voor ons weg. Paarden, daar zijn zwijnen niet bang voor.

Dit was een primeur want zwijnen hebben we vaker gezien, al waren het er de laatste jaren na de pest wel minder, maar nog niet eerder zo dichtbij en zo langdurig dat er zelfs tijd was om terug te lopen om de telefoon op te halen en foto's te maken. R kon er tamelijk dichtbij komen terwijl ze het veld van Goffinet overhoop gooiden.
Precies dat veld waar de jagers zich zondag met hun honden en getoeter hadden verzameld. Blijkbaar weten de zwijntjes dat daar dan de volgende dagen zeker geen jagers komen. Wel, zolang ze onze weilanden maar niet omwoelen, is het ze best gegund.
Ze maken een bende van dat veld, maar als Goffinet het eenmaal gesleept heeft komt het gras toch wel weer op.