Het mooiste boeket komt altijd gewoon uit de berm langs het weiland, daar kan geen bespoten vertroeteld en in cellofaan verpakt snijbloemenboeket tegenop.
We wandelden naar de Notre Dame om het bord te bekijken dat aankondigt dat de weg naar Chiny met ingang van maandag is afgesloten. Naast de H. Maagd stond al een indrukwekkende freesmachine op rupsbanden geparkeerd, met een woest everzwijn als logo op de flank. Er stond niet bij tot wanneer de werkzaamheden gaan duren, misschien maar beter ook anders is het zo ontmoedigend.
Bij de antenne voor de nooddiensten staat sinds de stroomonderbreking van afgelopen week een aggregaat te draaien. Men neemt blijkbaar geen risico. Zeven uur lang geen spanning, dat was voorzover wij weten een record. Gisteren toen ik wilde gaan koken, maakte R me bang met een nieuwe storing, maar die was na een kwartiertje weer verholpen.
Verder was ik vergeten te noteren dat buren vorige week een robotgrasmaaier hebben geïnstalleerd. In het begin vonden de paarden het fascinerend. Het is twee tuinen en een veld verder dan hun wei, maar iets dat 's nachts langzaam en zoemend ronddrentelt en ze met twee felle ogen aankijkt, is een Eng Ding. Twee nachten hebben ze het nauwlettend in de gaten gehouden. Intussen zijn ze tot de conclusie gekomen dat het weliswaar een Eng Ding is, maar dat het niet dichtbij durft te komen nu zij met zijn vieren zijn.
Vrijdag verplaatsten we de paaltjes in het ruïneveld weer tien meter, dat komt neer op elke vier dagen. Het land is gort- en gortdroog. In het bos staat gras genoeg, we namen Titan en Harissa mee voor drie kwartier lekker knabbelen, en binnenkort zijn de andere twee aan de beurt.