Goed, nu weer wat aandacht naar andere zaken dan 'pasgemaaid weidegras' (dit ter vermijding van het woord 'hooi', waarvan het quotum de laatste dagen is opgebruikt).

Donderdag kwam alleen de architect even langs om de gevelwerkzaamheden te inspecteren.

Vrijdag daarentegen was nogal goed gevuld. Om te beginnen knipte een bekwame kapster mijn haar en dat is een mijlpaal, want dat was in geen jaren en jaren gebeurd. Normaal gaat R mijn haar met de tondeuse te lijf, en zelfs in de covidtijd, toen ik lang haar wel eens wilde proberen maar er toch al gauw genoeg van kreeg, zorgde hij dat het weer kort werd. De kapster knipte het ook kort, maar meer artistiek in plaats van overal 5 mm. Ik kan er een tijdje mee vooruit.

Na de kapper haalde ik een 25 kg zak graan en een praktisch jasje bij AVeVe, deed boodschappen bij twee supermarkten, wat ik zelden doe, en ging naar de podologue. Ditjes datjes en dingetjes.

's Middags kwam Fred de hoefsmid, maar vlak voor zijn komst blokkeerde een grote vrachtwagen de toegang. De steigerafbrekers, onaangekondigd. Blij dat het huis er zo snel weer normaal uitziet. Fred reed zijn bus door het ruïneveld naar de boxen waar de drie groten nieuwe ijzers kregen, HiRise werd bekapt. Zolang R hem alleen in de roundpen berijdt, vindt Fred ijzers niet nodig.

Vandaag veegde ik wat achtergebleven troep rond het huis op, en R en Justine maakten een mooie 20 km rit naar de Semois. We bedachten een plan voor de uit te graven grond voor de ruif, twee bergen, spannend.

Sinds een paar dagen (30° telkens) begiet ik de potplanten met water uit de tonnen bij het kruiwagenafdakje, R monteerde de slang aan het gootje, net voor het begon te regenen.

Zodadelijk onweer, de hele nacht regen, en morgen fris, zegt meteo.be. We zijn er klaar voor.