Er was volop te loggen maar door de covid-nasleep had ik de ene dag geen puf en de volgende zo veel dat ik het te druk had voor een logje, en zo gaat het nog steeds min of meer om-en-om. Niettemin gebeurt er van alles. Toch maar beter even vastleggen voordat we het vergeten.
De jonge roodstaartjes vliegen uit. Het lijkt beter te gaan dan vorig jaar, toen Nero geduldig voor het hooischuurtje zat te wachten tot hem de gebraden roodstaartjes in de mond vlogen. Deze keer hebben ze blijkbaar eerst leren vliegen voordat ze landen.
R deed met Harissa en Justine met Kir mee aan twee dagtochten van elk 30 km. In Wittimont was te veel asfalt, en Kir trapte door de trailerloopplank heen, niet haar schuld, die plank is gewoon verrot, en dit is nu al de tweede. Een betere trailer kopen heeft alleen zin als die onder dak gestald kan staan. En de trailercamera heeft ook al de geest gegeven. Van alles tegelijk.
Ook niet vlot gaat het met de auto. Het startprobleem leek verholpen dankzij de brandstofschoonmaakvloeistof (zeg ik deskundig), maar zaterdagochtend startte hij weer niet. R reed de tractor er zo dicht mogelijk bij om de startkabels te kunnen aansluiten zodat hij naar de garage kon, en we deden overhaast boodschappen voordat de auto er het bijltje bij neergooide. Kennelijk laadt de accu niet, weer een heel nieuw probleem. Maandag mag hij weer naar de werkplaats, gelukkig werkt die man op Tweede Pinksterdag.
Tijdens de rit van Saint Medard waren er goede galop-paden en mooie uitzichtpunten. In de Semois was het waterpeil voldoende om er plezier van te hebben. Ik was mee voor het maken van de paddock en wat hand- en spandiensten voor de organisatie en liep volgens mijn watch 17000 passen, enkel over het startterrein, en verveelde me niet. De paarden deden het uitstekend en het weer was goed. Na afloop van de rit waren er nog wat hindernissen in een veld, met vlaggen en wapperende linten en zo, zodat Harissa en Kir konden laten zien hoe goed ze zijn.
Thuis mocht ik even elf paarden in bedwang houden (van de ouders van Justine). Bouwjaar 1951, die wagen is ouder dan ik maar zeker beter onderhouden.
De gespecialiseerde dierenarts kwam om Titans hoest te onderzoeken. Slangetje met lampje en cameraatje naar binnen via de neus en zo konden we meekijken in Titans longen, met slijm en al.
Het advies was 'van de winter geen hooi meer maar préfané, en voor nu een behandeling met hoestdrank via een spuit in de mond, poeders en medicijn door zijn voer, en (o jee) een inhaler twee maal daags'.
Gisteren voor het eerst. De eerste vijf minuten stond Titan er redelijk sereen bij terwijl het apparaat zijn medicijnen vernevelde in zijn luchtwegen, maar toen was hij het zat en schudde zo wild met zijn hoofd dat het hele zaakje door de lucht vloog. Vanochtend ging het ietsje beter, maar hij is er niet blij mee. Hopelijk went het, iedere dag twee keer een kwartier, een maand lang.
We haalden al het hooi weg bij de boxen, R bracht de voorraad baaltjes terug naar de schuur en we maakten de boxen grondig schoon, R met de compressor en ik met de stoffer. Geen stof en spinnewebben meer. De overgang van hooi naar préfané leek aanvankelijk een reuzeprobleem. Ons hele voersysteem op zijn kop: andere manier van maaien, er komt inpakken bij, anders opslaan, anders verstrekken, ander transport, en dat alles moet NU overdacht worden want de tijd van hooien nadert. Na overleg met Olivier lijkt het grotendeels opgelost en het heeft zelfs voordelen, het hooien zelf is minder werk, en met opslag op eigen terrein hoeven we niet de hele winter door telkens een karretje met 30 kleine balen uit de schuur bij Le Paul te halen. Details moeten nog uitgewerkt maar het is hoopvol.
Wat het weer betreft. Tot twee weken geleden mopperden wij niet, met afwisselend zon en buien kwam het gras goed op gang. Maar nu is het onafgebroken droog met harde oostenwind en de tiendaagse verwachting is 'meer van hetzelfde maar warmer'. Dat schiet niet op, de paarden krijgen er om de vier, vijf dagen tien meter bij in het ruïneveld en met de crossbaan erbij komt het net uit. Er zijn veel knaasjes, en hoe warmer het wordt, des te meer er komen. Vandaag kregen de paarden voor het eerst hun kapjes op, behalve Titan, die niet weet wat goed voor hem is.
Tot slot mag ik vastleggen dat ik (op zo'n dag dat het aan energie niet ontbrak) de ramen aan de west- en noordkant heb gewassen, waar ik erg tegenop had gezien maar wat met een scheut spiritus in het water een beter resultaat gaf dan ooit.
En het rode dekentje kwam af. Nu brei ik van alle wolrestjes een dekentje voor Nero. Océ heeft er al een, het sokkendekentje. Als het gelukt is plaats ik een foto. Ja, waar heb ik anders een weblog voor.