Gisteren haalden we de planten voor de haaguitbreiding op bij de kwekerij. Die aanplant had in het najaar al moeten gebeuren maar het bedrijf dat het zou doen liet niets van zich horen tot, na aandringen, in december een mailtje van 'jaja sorry maar nu echt binnenkort' en daarna weer doodse stilte, tot R zei 'dan doen we het zelf wel, die paar planten heb ik er in twee uur in'.
We bezochten een paar bedrijven. Bij het eerste was het zo'n zootje dat we ons snel uit de voeten maakten voordat er iemand zou opdagen die ons kon aanklampen. Bij het tweede was er niets in voorraad, en bij het derde slaagden we. Het was ook nog veel dichterbij dan we hadden ingeschat. Dus wij naar huis met 60 planten achterin de auto.
Dat betekent 60 gaten graven. Groot werk. Een deel ging redelijk vlot maar er waren ook gaten waarbij het pikhouweel eraan te pas moest komen. Grote stenen en keihard aangereden ondergrond. Vervelend graven in de motregen en wind maar die kale wortels moeten meteen de grond in anders drogen ze uit. Vandaag viel het mee en de laatste tien stuks, budleia's en jasmijnen in pot, gingen er vlot in. Klaar. Nu kan het groeien.
Intussen zat ik binnen en naaide knopen aan, verbouwde een schort, bakte cake en tornde kriebelende etiketten uit T-shirt-zijnaden. Allemaal klein werk. Ik moet weer een dag kalmaan doen na de injectie in mijn andere knie. Maar sowieso zou ik dat grote werk niet kunnen. Geen kraakbeen in de knieën om de schop stevig de grond in te rammen en te weinig spieren om het pikhouweel te hanteren. R moet dat allemaal alleen doen, al had hij wel gezelschap van Océ, die onder het vogelvoerhuisje gevallen vogelvoer zit te eten.
Maar ik heb wel weer aanmaakhoutjes gehakt. Dat lukt me wel.