Dit jaar plaatsten we de vogelvoerhuisjes niet meer voor het keukenraam en het woonkamerraam. Het was vorig jaar wel leuk voor ons om naar de af en aan vliegende mezen te kijken maar er is daar veel te veel bodembegroeiing. Nero en Océ verstopten zich standaard onder de siergrassen en zodra er dan een vogel op de grond gevallen zaadjes oppikte, was het tsjakkaaa.
Dus nu staat er een huisje midden in het gazon aan de voorkant, dat is zonder meer veilig, en het andere pal naast de weilandomheining. De paarden hebben er een keer aan gesnuffeld maar het interesseert ze verder niet. Dus dat was oké.
Tot vandaag. Vanmiddag betrapte ik Océ met een gejat netje noten en zaadjes dat ze had weten open te scheuren. Ze houdt wel van graan, we zien haar dikwijls restjes eten in de boxen als de paarden gemorst hebben, en over die keer dat ze zich te buiten ging aan de roomwafels die E had meegebracht, zullen we het maar niet hebben.
Even later scoorde R dit heterdaadje. Océ vat het begrip 'vogel-voer-huisje' anders op dan wij het bedoeld hadden. Dit is duidelijk toch niet zo'n geschikte plek.
Nero heeft weer andere voorkeuren, maar niet minder raar. Gisteren had ik knoflook gesnipperd en omdat die extra sterk was, het halve huis rook ernaar, in een plastic doosje gedaan en omdat dat ook niet afdoende was, daar nog een ander, hermetisch doosje omheen. En het even buiten de keukendeur op het terras gezet. Ziezo. Maar toen ik wilde gaan koken was het doosje weg. Hè?!? R was de enig mogelijke verdachte maar hij ontkende. En terecht. Een uur later vond ik het doosje een paar meter verder tussen de struiken, nog dicht maar wel met duidelijke gaatjes, gemaakt door slagtanden. De zwarte rover had geprobeerd toe te slaan. De dag ervoor had hij ook al belangstelling gehad voor het compostemmertje toen ik daar de knoflookschilletjes in had gedeponeerd.
Ze krijgen allebei echt genoeg kattenbrokjes. Het is duidelijk dat wij een raar stelletje eters hebben.