De eerste nachtvorst. Een ijsvliesje op de waterschaal. De paarden worden al een beetje wolliger. Het winterdekbed en de elektrische deken op bed. 's Ochtends handschoenen en een dasje, jasje (I), bodywarmer (R). En de winterpet! Allemaal herfstmijlpalen.
Océ is een buitenkat, nog nooit in huis geweest. De muizenjacht in bos en veld, en 's ochtends en 's avonds een bakje brokjes in de sellerie. Nero eet zijn brokjes buiten achter het gaasdeurtje, zodat ze elkaar niet lastig kunnen vallen.
Nu is het wel eens gebeurd dat ze na de brokjes per ongeluk in de sellerie opgesloten zat, en het duurde een tijdje voordat we doorhadden dat ze dan via het raam naar buiten wist te glippen. Kon nét, tussen de spijlen door op de rode buis en dan een sprong naar het hellinkje.
Maar als ze een keer mis zou springen en aan de zijkant in de wig van het raam glijden, is het afgelopen. Ik ken iemand wier kat zo het leven liet, hangend in het tuimelraam. We moeten er niet aan denken.
Maatregelen dus. Stevig gaas met kleine maaswijdte. Daar past geen Océ door. Geruststellend. En we letten natuurlijk goed op dat ze niet weer binnen opgesloten raakt.
Vanmiddag liep ze met ons mee, mekkerend en mauwend, toen we wilden wandelen in het bos. Gezellig hoor, maar straks moest ik zeker het hele end met haar teruglopen, net als laatst met Nero.
Naar huis dus maar weer, waar de eikels ons op het roundpenterrasje bombarderen. Ze had wel wat commentaar. Océ. Het is me er eentje.