Nu groeit natuurlijk alles als een gek. De tuin ziet eruit als een park, de rhodo's zijn in bloei, de pioenrozen bijna, de bosaardbeitjes worden rijp en brem bloeit in alle bosranden. Vogelgefluit in alle toonaarden door elkaar, af en toe een bui, en het is fijn fris, eindelijk na al die droge weken van tegen de 30°.
Ook het weidegras groeit, en in de crossbaan komt allerlei eetbaars op voor de paarden. Zelfs bramentopjes worden geknabbeld. Ze nemen het ervan, 's ochtends als de knaasjes nog niet wakker zijn. Dat duurt niet lang, het lijkt wel of we dit jaar geen miljoen knaasjes hebben maar een miljard. Snertbeestjes. Kapjes op maar weer, anders houden de paarden het niet uit in de wei. Er waren ook al een paar deltavliegen, maar tot nu toe heel weinig teken.
R sleepte het achterveld en het zwembadveld en we sloten het zwembadveld af, dan kan het gras daar bijgroeien. Als het tenminste zo af en toe blijft regenen. Voor de zekerheid ving ik vier cementkuipen en een kruiwagen vol regenwater op, van het kruiwagenafdakje. Je kan het maar hebben, stel dat we de hele zomer planten moeten begieten. Met dat idee was ik ook van plan om alleen de twee potten bij het roundpenterrasje te beplanten, maar ja, zes petunia's plus twee gratis, dus nu staan er toch ook weer twee potten voor het huis. Ze verpieterden meteen in een bui maar zijn alweer aan de beterende hand.
Marie-France, voorzien van neusbeschermmasker na haar ongeval, kwam voor de vaccinatie (griep/tetanus en rhino) van alle paarden, en Fred kwam Harissa en Kir beslaan. Ook gaf hij R onverwachts beslagles. Het inslaan van de hoefnagels luistert zo nauw, daar durf ik amper naar te kijken. Het is vakwerk, en zwaar werk ook.
Justine kreeg van Fred een potje hevig naar aardbeienjam geurende roze 'nagellak' (hoevenvet) 'voor haar eenhoorn'. Meiden. Gelukkig rende Kir meteen daarna het zand in, zodat het glamoureffect van korte duur was.
Ten slotte nog wat hergebruik en knutselwerk, daar hou ik van.
Al mijn breinaalden, het naaidoosje en de speldenkoker zijn nog van mijn moeder geweest, maar waar haar breinaaldenkoker gebleven is weet ik niet. Daarom fabriceerde ik maar eens een opbergzak voor de naalden. Het laatste restje stof van onze oude gordijnen uit Trintange zit erin, de verf uit 1995 uit Wiiliamsburg kreeg ik nog aan de praat, en de decoratie was ook een oude bekende. Ik moet in afwachting van de nieuwe wol wat omhanden hebben.