Het regende één dag niet, dus we wandelden. Met HiRise en Harissa, Titan kon niet mee, het gaat beter met zijn hoef maar naar het hoogwater van de Vierre zou wat te ver zijn. De beekjes stromen luid klaterend naar het dal. R deed een paar pogingen om HiRise zo ver te krijgen dat hij erdoor liep of erover sprong maar dat vond ons veulen te riskant. Hij zag dat de bodem opeens bewoog en geluid maakte, en was de andere oever eigenlijk wel stevig? Dat weet je pas zeker als je het degelijk gecheckt hebt. Door grote plassen wil hij best, en volgende keer durft hij ook wel door een snelstromend beekje.
Over de weilanden van de onderwijzer en Dominique stroomde heel wat water en de weg voor de twee bruggen stond blank. Ook de Semois is ver buiten haar oevers getreden en het bruggetje in Izel dat gewoonlijk voor aap midden in het grasland staat, heeft opeens een functie, de mensen aan de overkant wonen tijdelijk op een eiland en zouden anders met een bootje moeten oversteken.
Er was in het bos al wat voorjaarsachtig vogelgefluit. Wat is het hier overal toch mooi.