Die onverhoeds invallende lente heeft ook nadelen: plotseling vraagt de tuin allerlei aandacht. Donderdagochtend zouden we drie mooie zuilbeukjes gaan uitzoeken die we aan de ruïnekant willen aanplanten, het kan nog net. Het tuincentrum is open zonder afspraak, nog even kijken voor de zekerheid, hee: donderdagochtend gesloten. Tja, dan niet.
We liepen een rondje door de voortuin. Ores had aangekondigd dat ze 'binnenkort' een bedrijf zouden langssturen in het hele dorp om de tegen hun elektriciteitskabel groeiende boomtakken te verwijderen, maar er is nog niets van gekomen en veel bomen beginnen al uit te lopen. Bovendien is het de vraag hoe zorgvuldig ze tewerk gaan, waarschijnlijk gewoon ram! met een kantenmaaier. Zullen we maar niet zelf ...? Voor dat soort karweitjes ben ik altijd te vinden. We topten eerst de drie berken, wat we een paar jaar geleden al eens hadden gedaan, die zijn inmiddels weer goed aangegroeid. Er liep een hoop sap uit, we vingen wat op in een kopje en proefden, hm, het smaakte vooral naar water. Volgens internet kun je het ook als haargroeimiddel op je hoofd smeren maar dat wil ik nu juist niet. Daarna zaagde R de dikste uitstekende takken van de wilg bij de brievenbus af, we sleepten alles weg, veegden en ruimden op. Warm weer. Hehe, even brood eten en uitrusten.
Daarbij kwam het onderwerp kunstmest aan de orde. Hij is besteld, halverwege volgende week leveren. Maar dat is eigenlijk erg laat, we willen hem op het land hebben voordat het gaat regenen, en dat is maandag. Bovendien moeten we de trailer eens checken, die heeft bijna heel het afgelopen covidjaar stilgestaan en dan roest er van alles vast. Dus hup, R haalde met de trailer de 800 kg in zakken van 25 kg op bij Talbot, we stortten ze in de strooier en R reed ze meteen die middag uit, klaar. Mooi zo.
Dat waren de ongeplande activiteiten van donderdag. Voor je het weet ben je enorm nuttig bezig, en die zuilbeukjes komen volgende week wel aan de beurt.