Buiten is alles weer groen, de Vierre is ver buiten haar oevers getreden maar we vinden dat onderhand heel normaal in januari, de beekjes stromen over en de bosarbeiders zagen voort, ook als het regent.
Wat deden we de afgelopen week ook alweer. Niet veel, dacht ik, want het regende. O toch, R verving de disks in de NAS, wat allerlei langdurig deskundig gedoe met zich meebracht, en maakte de VMC schoon (het ventilatiesysteem). Ik wist niet eens hoe de VMC er van binnen uitzag, dat hij eens in de vijf jaar moest worden schoongemaakt en hoe dan, laat staan dat ik een NAS-disk kan vervangen. Toen alles klaar was en goed werkte, zorgde hij nog dat ik met mijn tablet op de NAS kan kijken. Ik durf mij niet voor te stellen hoe ik eraan toe zou zijn als R er niet was, of opeens in staking ging. Ik kon mij dan waarschijnlijk het beste terugtrekken in een hut van takken en bladeren zonder contact met de buitenwereld. In elk geval zonder NAS.
Terwijl dat alles gaande was, bakte ik gevulde koeken en zoomde een groot aantal lakentjes voor Het Ventje, zodat ze geregeld in de was kunnen. Hij eet gretig maar blijft zo mager als een toastrekje, alleen botjes en werveltjes, en zijn mond wordt geleidelijk aan alleen maar erger. Hij smakt er flink op los maar er valt geregeld een brokje terug in of naast het voerbakje. Het is zijn ouwe dag, heel lang zal het wel niet meer duren. Dat dachten we vorig jaar ook al eens, maar eens zal er toch een eind aan komen.
Verder maakten we wat plannetjes voor kleine reparaties in huis voor de komende regenweek. Een mens moet toch wat. Morgen is het alweer februari.