Nou ja, eigenlijk niet roemloos, en echt ten onder ook niet, maar dit was wel meteen de titel van het logje dat ik daar op dat bankje bij Burnéchamps zat te bedenken toen ik die twee in de verte zag verdwijnen. Ik kon nog net een logtechnisch onmisbare foto maken.
Heel verhaal. Vorige woensdag, 18 november, gingen we eens een eind verder met Titan en Kir dan we tot dan toe hadden gedaan. Tijd om de kleine aap in een onbekende omgeving te brengen. Rondje Burnéchamps. De kleine aap vond het interessant en keek oplettend rond. We passeerden de Notre Dame, een groot kruispunt met asfalt, er kwam een bus langs, er was een steile helling te beklimmen, waterplassen, allemaal prima. We staken een beekje over, waar ze meteen begon te spetteren, niks aan de hand.
Op het veld daarachter zei R 'wat dacht je van een kalm galopje'. Oké. We zetten een kalm galopje in. Maar hee, dat was het niet, kalm. Niet dat Kir ervandoor scheurde, maar ze dacht blijkbaar wel HA! We gaan galopperen! My favorite! en ze zette een serie vreugdebokjes in waarvan ik er zes uit wist te zitten maar bij de zevende zwenkte ze naar links en ik niet. Zoals ik laatst zei is het in zo'n geval een voordeel om een klein paard te rijden want dan is de afstand tot de grond niet zo groot, maar het komt uiteindelijk toch aan op de laatste centimeter en het feitelijke neerkomen. Nog een geluk dat er gras en mos groeide, maar de klap kwam toch aan.
In elk geval kon ik niet weer opstijgen. Ik strompelde voort tot het verharde weggetje, waar een stevig bankje staat. Misschien kon ik daar opklimmen? Nee. R haalde het zadel en hoofdstel eraf, haakte Kir aan het halstertouw en reed naar huis. Maar goed dat Kir en Titan gewend zijn aan ponyen. Hij zou de paarden thuisbrengen en mij daarna ophalen met de auto. Drie kwartier ging het ongeveer duren.
Ik had het wollen dekje om op te zitten, het is een mooi natuurgebied en heel stil, af en toe kreupelde ik een rondje om het bankje heen om in beweging te blijven, de zonsondergang was prachtig, maar het werd langzamerhand wel koud, zo in een T-shirt. Na een half uurtje kwamen er twee wandelaars met een hondje aan. Of ik hulp nodig had. Nee nee, erg vriendelijk, echt niet nodig, ik word zo opgehaald. Ze liepen verder en ik rommelde nog wat rond, in afwachting van mijn ridder. Tien minuten later stopte er een auto: de wandelaars weer, ze hadden zich toch zorgen gemaakt, het was toch koud en nu werd het donker, of ik niet in even hun auto wilde opwarmen. Ontzettend aardig, wat zijn de mensen toch vriendelijk en behulpzaam. Maar het hoefde al niet meer, daar kwam R net aan. Heel vriendelijk bedankt hoor.
Thuis een week rugpijn, krom rondscharrelen als een oud vrouwtje en op de bank zitten. Dat voelde best roemloos. Maar toch niet ten onder.
Vandaag is het eerste moment dat ik weer op de pc-kruk kan zitten, weer bijna helemaal rechtop. Logje, voilà.