We gingen zaterdag naar Soy, waar Gygy haar reiningopleiding krijgt. Daar zaten we aan de rand van de natte buitenbak te kijken hoe ze vlijtig en geconcentreerd voortstapte, draafde en galoppeerde, traverses, contragalop, achterwaarts en het begin van een spin. Er zat duidelijk voortgang in en ze was een stuk gespierder geworden dan toen ze hier bij ons rondliep als jong ding.
De jongeman die het inrijden onderhanden heeft, deed het keurig, het was duidelijk dat hij wist wat hij deed en het resultaat was ernaar. Op naar het komende competitieseizoen, en een leven van box-piste-box. Na afloop keken we even rond in de stallen, we waren er al eerder en het zag er ook nu weer netjes uit. Geveegd, pas opgestrooide schone boxen. Yukon stond er in een box, een halfbroer van Titan, maar hij liet niet merken dat hij ons herkende.
Niets op dat alles aan te merken.
En wat vonden wij ervan? Wij vonden het maar niks. Het is erg knap, een paard die reiningmanoeuvres bijbrengen, zo netjes en gehoorzaam, dat wel. Maar waar is het goed voor. Zó netjes en gehoorzaam hoeft een paard voor ons nu ook weer niet te worden, op het onderdanige af, met de kin tegen de borst. Onze paarden doen wat we van ze vragen, we gaan er op uit de natuur in en we doen van alles wat zij en wij samen leuk vinden. En we sluiten ze niet op in een box. Als ze zin hebben, kunnen ze in de crossbaan rondscharrelen, als ze willen schuilen gaan ze onder het dak staan en als ze samen willen rennen dan rennen ze. Hooi en gras naar behoefte, en af en toe een interessante dagtocht, de Semois in en naar zee.
Dat vinden wij goed. Ik begrijp wel dat dat bij een manege niet kan. Als die paarden in Soy een box moesten krijgen die groter is dan de ouderwetse 2,5x2,5m waar ze hun kont amper in kunnen keren, moet het hele gebouw tegen de vlakte, dus men doet het er maar mee. We werden er wel wat droevig van.
Dus daar hoeven we voorlopig niet meer naar toe. Thuis best.