We gingen kijken naar het werk van de bomenuitsleeptractor die we voortdurend achter het huis hebben horen brommen. Van bovenaf konden we zien dat hij in de mist vlijtig bezig was geweest. Zoveel stammen tegelijk komt niet vaak voor. Het driehoekje ligt er vol mee.
De machine rijdt het bos in over alle stronken en takkenhopen heen, tilt vijf tot tien stammen op met zijn grijper, verliest er wel eens een die hij later moet ophalen, sleept de rest achter zich aan het bos uit, over het bosweggetje naar het driehoekje, waar de bomentransporteur ze kan opladen.
Het hele pad onbegaanbaar, modder overal. Wij liepen tussen de bomen door naast het pad tot de gué, waar normaal helder water doorheen stroomt. Nu is de hele waterloop overhoop gereden en het beekje vanaf dat punt zandkleurig. Er stroomt zo heel wat zand en grind weg naar de Vierre.
Het duurt een paar maanden voordat al die bagger weer een berijdbaar met gras begroeid weggetje is geworden. Wij kunnen met de paarden door de andere gué, maar wandelaars zullen geen droge voeten houden. De bestuurder vlakte alles nog wel wat af met zijn shovel maar met een stevige regenbui is dat zo weer weggespoeld.
Toen hij klaar was, voorzag de bestuurder verschillende punten van zijn monster van een spuit vet, klom in zijn versterkte cabine en reed snel weg. De paarden, die vlak achter de draad aan de struiken stonden te knabbelen, waren niet onder de indruk van het gebrul, ook HiTime niet. Maar als we ze meenemen naar beneden zullen ze toch wel opkijken wat er van hun vertrouwde weggetje geworden is.