Toen we hier kwamen wonen, moest Het Ventje even wennen aan het verschijnsel kattenbak. Hij was altijd een buitenkat geweest, die hebben zoiets niet nodig. Maar Ketti deed het hem voor en hij snapte het bijna meteen. Het is altijd goed gegaan, en hij maakte er gebruik van, weer of geen weer. Als het droog was, zag je geen van onze andere katten ooit binnen en de hele zomer door stond de kattebak ongebruikt in de hal. Het Ventje daarentegen, nu hij er eenmaal van wist, kwam speciaal even binnen, groef luidruchtig en vertrok dan weer naar buiten. Wij mopperden wel, want van geen andere kat verspreidden de hoopjes zo'n overweldigende stank als die van hem. Adembenemend. Voorheen stak ik dan een wierookje aan, tegenwoordig verbranden we een laurierblaadje, voor meer ecologisch verantwoorde stankbestrijding, en we ruimen het gedane meteen op. Dat werkt behoorlijk goed.
De laatste tijd merken we dat Het Ventje oud aan het worden is. Hij slaapt de hele nacht op bed en bijna de hele dag beneden op zijn schapenvacht in de sellerie, of op de bank. Zijn vochtige hoopjes belanden soms gedeeltelijk of helemaal naast zijn bak. Hij eet goed maar blijft toch mager. Zo gaat dat nu eenmaal bij oudjes.
Vanochtend hing in de kamer een dikke lucht, terwijl de bak schoon was. Hè? Deze keer had hij het product gedeponeerd op de bank. *zucht* Opnemen, laurierblaadje branden, ramen openzetten en ventileren. Laten we hopen dat dit een eenmalig vergissinkje was.
En waar was hij zelf? Niet op de bank. Sinds vanmorgen heeft hij een nieuw favoriet plekje.
En daar kunnen wij ons dan ook wel weer wat bij voorstellen. We gaan daar momenteel zelf ook even niet zitten.