De week werd gekenmerkt door wachten tot de dokter komt, wachten tot de alarmcentrale terugbelt en dan zelf maar weer bellen, wachten op de ambulance, wachten op weer een andere dokter, weer wachten tot de alarmcentrale terugbelt en zelf maar weer bellen, en wachten op weer een andere ambulance. En op verbetering voor de patiënt natuurlijk, wat eigenlijk niet opschoot. Maar vanochtend kwamen er twee montere ambulancemedewerkers die het slachtoffer bekwaam oplaadden en vastsjorden, hij kreeg nog net geen handboeien om maar ontsnappen was er niet bij.
Inmiddels vernamen we dat de expeditie geslaagd is en er thuis in Nederland aan het herstelproces kan worden gewerkt, waar wel enkele weken mee gemoeid zijn, is de prognose. Kalm aan maar.
We zijn nu weer even 'rustig' thuis met zijn tweeën maar niet voor lang want neef M komt de auto-met-caravan nog ophalen en de bekende J te A komt op de achterblijvende paarden en Het Ventje passen, want ... eind volgende week gaan we met Titan en Jay net als vorig jaar met hetzelfde clubje een paar dagen naar zee. En daar moet nog het een en ander aan worden voorbereid. Hooibalen halen om mee te nemen bijvoorbeeld.
En Olivier komt hooirollen brengen die hij kwijt wil, eerst twee en later nog eens twee (meer kunnen we niet tegelijk plaatsen). En er liggen onnoemelijk veel eikels in het ruïneveld zodat die met een draadje ontoegankelijk moeten worden gemaakt voordat we de paarden daar in laten. En er moeten nog panelen voor de wipwap de crossbaan in. En een rol bitumen aangebracht over het afdakje achter de boxen. En en en. Ho! Kalm aan maar.
De zonsopgang vrijdagochtend had gevoel voor drama. Foto vanuit het keukenraam. Daarna regende het een paar uur. Druppels op een gloeiende plaat. De weilanden zijn nog even gortdroog als voordien.