Dezer dagen lijkt ons leven te bestaan uit 'ons in het zweet werken in de klamme moesson', afgewisseld door dagen waarop wij schoongewassen op het terras in de schaduw zitten met iets lekkers, in goed gezelschap van familie [PS! Mignon! Bert! We zijn de aardbeien vergeten die klaarstonden op het aanrecht! Nu moesten we alles zelf opeten] en een bekende weblogster met aanhang. Alweer aardbeien met slagroom, niet dat wij klagen. Het was gezellig. Beschaafd. Cool.
Eigenlijk zouden de dakplaten voor de boxen woensdag geleverd worden, toen wij volgens plan schoon en beschaafd wilden zijn, maar het werd donderdag, en maar goed ook. Want dat viel in de categorie 'zweet / moesson'. Om te beginnen was de vrachtwagen veel te groot om het gele weggetje op te rijden tot het hek dus het uitladen moest op straat gebeuren. Er kon niemand langs, maar gelukkig kwam er tijdens de hele exercitie geen auto voorbij.
En vervolgens bleek tot onze verbijstering dat de chauffeur geen aflaadapparatuur bij zich had. Heftruck, transpallet, drie stoere collega's? Njet. Onbegrijpelijk. Hoe moet dat nu, vroeg R. Een terechte vraag. Ja, dat wist de chauffeur ook niet. Onze Engelssprekende Roemeen had weliswaar armen als hammen, maar voor het afladen van 5 meter lange platen zijn twee personen nodig. Of er geen other guy was die kon helpen. Nee, op donderdagochtend werken alle other guys in de stad, jongeman. Dus tja:
Het lossen duurde een tijdje want het waren 32 geïsoleerde stalen platen plus toebehoren, alles bij elkaar 1400 kilo. De mannen vleiden ze neer op het gazon. We gaven de chauffeur een cola en een fles water mee want ook de volgende klant had blijkbaar hele grote zware spullen besteld. Nou, good luck. Wie zijn verstand niet gebruikt moet zijn spieren gebruiken.
Toen hij weg was, wilden wij die platen niet in het gras laten liggen. Ik heb ze liever achter de omheining dan zomaar in het zicht en maandag zijn ze nodig bij de boxen. Dus wie gingen die platen versjouwen met zijn tweeën? Precies: R en the other guy van I+R. Maar goed dat we nogal doordouwers zijn want het was al warm en vochtig zonder gesjouw, laat staan mét. Maar het is voor elkaar. Wij zijn helden, al zeggen wij het zelf.