Donderdag bestond uit twee delen. Om en om. 's Ochtends hield ik de paarden in het oog in de crossbaan en verwijderde onderwijl nog wat bramen, altijd nuttig, en R ontmantelde de pomp en het waterreservoir in het pomphuis. Zo noemen we de ruimte onder de entree waar tot vandaag de waterdrukverhoger stond.
Nu de gemeente ons van voldoende druk voorziet, is die overbodig geworden. Al die extra koperen pijpen en buizen en aftakkingen en drukmetertjes (ik doe even of ik er ook verstand van heb) moesten worden afgekoppeld en een enkele pijp omgelegd. Mooi simpel. Less is more.
's Middags ging R aan het werk in de roundpen met Kir, om toch even buiten te zijn op deze zonnige dag, en voerde hij de paarden, terwijl ik het pomphuis schoonmaakte en opnieuw inrichtte. Ruimte over nu de pomp en het reservoir eruit zijn. De grasmaaier kan zomaar naar binnen zonder priegelen. Alles bij elkaar is het een keurige opslagplek geworden, overzichtelijk en toegankelijk, mits je blijft bukken. Wat zijn wij samen toch een net stelletje.
En blijven we het nu het pomphuis noemen, vroeg R zich af. Natuurlijk. We noemen het zwembadveld toch ook nog steeds het zwembadveld, terwijl daar al sinds jaar en dag geen zwembad meer staat. Dat moest ik even opzoeken. Puree zeg. We zijn al aan ons achtste jaar bezig hier. Hiephiephoera.