Vrijdag begon vroeg, kwart voor vijf op. Snel ontbijten en op weg naar Brussel voor een dag grooming, zoals al eerder, zelfde paard, zelfde ruiter, 100 km deze keer en zonder warme jas.
Mooi hoor, 's ochtends vroeg onderweg. Grondnevel, roze zonsopgang en weinig verkeer. Er liep een haas over de weg, de eerste die ik ooit zag sinds we hier wonen. In Brussel zijn meer mensen, verkeersborden en stoplichten op een vierkante meter dan in de wijde omtrek van Suxy. Ik ben dat niet meer gewend. Het was goed om er weer eens op uit te zijn en met eigen ogen vast te stellen hoe de rest van de wereld leeft. Dicht op elkaar vooral.
Het groomen zelf was rielekster dan anders, deze keer had ik terreindienst in plaats van met de auto van groom point naar groom point. Tussen de drie rondes (40, 30 en 30 km) was er tijd om rond te kijken in het Ter Kameren bos, het Brusselse stadspark dat groot genoeg is voor ruiterroutes van 40 km, statige oude bomen, grote vijver, eilandje, joggers, fietsers, hondenuitlaters, bereden politie, eendjesvoerders en enduranceruiters. Het was goed georganiseerd en veilig voor iedereen. Heel veel vrijwilligers, onder wie die daar met dat witte T-shirt.
Alles bij elkaar zaten mijn groommaat en ik niet stil. Zij had een foon die de door ons te voet afgelegde afstand bijhield: 18 km! Daar was nog een kilometer hardlopen met een tas met paardendekens en touw bij, van de finish naar de groom gate voor de laatste verzorging.
Het was vooral voor mij leuk omdat ik dat gewoon bleek te kunnen. Ik had al in geen tijden meer hardgelopen en mijn knieën zijn punten van aanhoudende zorg, maar dankzij de onlangs ondergane kuur van drie spuiten deden ze het prima. Niemand hoefde op mij te wachten.
Dus ik was wel trots. Na een korte nacht, een lange dag en een flink eind autorijden moe maar voldaan.
Het oudje doet het nog best. Nu nog wel even wat slaap inhalen.