Jij logt al een tijd niet dagelijks meer, merkte R op. Dat is waar, en ik ben niet de enige. Het is niet dat er niets te loggen valt, maar mijn pc staat tegenwoordig zoveel minder aan dan vroeger. De tablet voor het nieuws en een spelletje (of tien), maar een logje schrijven, nee. Such is life. Maar natuurlijk willen wij volgend-jaar-om-deze-tijd-of-over-twee-jaar wel van alles kunnen opzoeken, en waar kan dat beter dan in een logje.
Dus. Wat deden we de afgelopen week? Geen idee. Even naar buiten voor inspiratie, maar dan kunnen we ook wel meteen de paaltjes en draad in het achterveld plaatsen, dan kunnen de paarden daar vanmiddag in. Al dat hoge verse gras zal ze afleiden als Paprika en Kir worden opgehaald door Olivier. Hij heeft een nieuw weiland met veel gras voor ze, en volgende week komt hij ons een nieuw paard brengen, volgens de planning. Ze is bij ons goed gegroeid en al heel zelfstandig, als oom Titan en de tantes niet te ver uit de buurt zijn kan ze best een heel eind bij Paprika vandaan lopen.
Een paar uur en enkele nieuwe plannetjes later kon het logje weer verder. Waar was ik. O ja. Maandag verplaatste ik de houtstapel anderhalve meter naar achter. Wat, alweer, hij lag toch goed? Dat is zo, maar nu ligt hij nog beter, netter gestapeld en er is meer plaats over voor het landbouwgereedschap en de nieuwe mest van de winter. Vijf kuub hout overstapelen, my favorite occupation (ex aequo met aanvegen van de betonplaat bij de boxen en schoonhouden van de watergoot).
's Avonds kregen we les van Sunshine met alle drie onze paarden tegelijk, waardoor mijn houtstapelverplaatsingsuitputting in een klap verdween, en och, eten kun je later als het donker is ook nog wel, als er voor de les geen tijd meer voor blijkt te zijn.
Wat nog meer. De toestand van het hooiland. Het gras in het ruïneveld staat meer dan kniehoog, het wordt gaandeweg al een beetje rood ook, en Olivier denkt al aan maaien over twee drie weken. Dat worden als het meezit 300 baaltjes van eigen veld, er liggen er nog 100 in de hooischuur van vorig jaar, dan hoeven we er nog maar een 300 elders vandaan te krijgen. Heel wat beter dan vorig jaar. Het onweert nu en dan een beetje, af en toe valt er een mals buitje, maar geen wateroverlast hier.
En hoe staat het met de vogelnesten? Twee zwaluwnesten in de kabelgoten kwetteren er nog op los, het roodstaartjesnest op de buitenlamp is nu wel leeg, zo te horen.
Dankzij Kirs blauwe plek zag ik er afgelopen week uit als iemand die zich de laatste tijd aan een kant slecht geschoren heeft. Inmiddels zie ik eruit als iemand die zich aan die kant een tijdlang niet gewassen heeft. Is dat beter? Dat is relatief. Het duurt wel lang voor zoiets wegtrekt en nu zit er nog steeds een knobbeltje, alsof er een kies omhoog is gedrukt, maar ik voel niets. Nog maar even afwachten.
Dat deed ik ook met mijn linkervoet. Die begon opeens onverklaarbaar stekende pijn te doen. Na een week tobben en koud inpakken had ik net vannacht bedacht om er dan toch maar eens mee langs de dokter te gaan, en hey! vanochtend voelde ik er niets meer van. Onbegrijpelijke genezing.
Ziezo. Onze paarden zijn weer even met zijn drieën, en opeens hebben we weer levendig uitzicht naar het achterveld. Ondanks dat ze daar pas eind april uit zijn gegaan, is het toch weer even wennen om ze vanuit het keukenraam te zien. Een hele verbetering.