Het sneeuwde de hele zondag en een groot deel van de maandag. Tijd om iets te vertellen over de ruïne, niet dat ik er verstand van heb, maar er is om gevraagd.
Ik ben geen historica die verantwoorde stukken publiceert, doch een eenvoudige weblogger die toevallig naast een ruïne woont, en dan nog niet eens vlak ernaast, en bovendien geen heel oude ruïne. Niet uit de middeleeuwen of zo. Dus ik beperk me tot enkele droge feiten.
De ruïne is de opknapbaarheidsdatum ruim gepasseerd. Tand des tijds. Geen onderhoud de laatste vijftig jaar. Aan weer en wind overgelaten. Vrij spel.
Het jachthuis is in 1900 gebouwd door een Brusselse familie, die nog steeds eigenaar is. De afgelopen decennia waren er af en toe gegadigden (niet wij) die er een hotel wilden beginnen maar de familie wil het niet kwijt. Ook niet nu het een bouwval is geworden.
Eind jaren '60 is het huis nog gebruikt door een vermaarde popgroep, de Wallace Collection, maar gelukkig woonden wij hier toen nog niet. Volgens de jongen-die-niet-in-Brussel-werkt reed de band in die tijd in een grote slee met open dak door het dorp. Dat moet toen wel een historische indruk hebben gemaakt.
Sindsdien heeft er niemand meer gewoond, maar het huis heeft nog altijd een aansluiting op het elektriciteitsnet. En hoewel het terrein toegankelijk is voor iedereen die om de te verwaarlozen kippengaasafrastering heen loopt, heeft nog niemand er een halloweenspektakel op touw gezet.
Mooi. Liever een bouwval dan een popgroep. Ik hou nu eenmaal van stil. Tot de dag dat de toren met donderend geraas instort, dan wordt het wel weer even spectaculair.