Hoera! We zijn rijk. Zonder opscheppen kan ik gerust zeggen: schatrijk. Moet u zien, al dat goud, die stapels en stapels, allemaal van ons, en helemaal zelf verdiend. Door hard werken. Rijkelijk zweet onzes aanschijns kwam eraan te pas bij het opstapelen van al die balen in de schuur van Olivier, waar ze vier maanden in het donker hebben gelegen.
En nu mogen ze er weer uit, met telkens twaalf baaltjes tegelijk, en omdat we nog geen hooischuur hebben slaan we ze op in de garage.
Dat is pure bonus, de heerlijke geur van vers, goed kwaliteitshooi die je tegemoetkomt als je daar naar binnen stapt. Wat een weelde, ons eigen zelfgehooide hooi, voer voor onze eigen drie paarden. Voor geroutineerde buitenlui is zoiets misschien niet bijzonder, maar voor mij is het ongekende rijkdom. Daar kan geen rijkskeur goudstaaf tegen op. Onze balen kun je eten, daar komen we de winter mee door.
Liever 300 hooibalen in de schuur dan 300 goudstaven in de kluis.