Donderdag was al even besneeuwd als woensdag, en vrijdag moest R werken. Storende onderbreking van onze belangrijke activiteiten, maar hij hoeft nu nog maar drie dagen. En ik vijf, komende week. En dan is het afgelopen. Geen werk meer. Mooi, dan kunnen we tenminste goed aan de slag.
Intussen schiet het opruimen en poetsen goed op. Ik was vlijtig in de keuken en R in de garage. En wat ook erg goed hielp, vooral voor het moreel en het goede humeur, was het meneertje dat halverwege de middag op de deur klopte (bij gebrek aan een bel). Ik had al wel een vrolijke eland met een dasje om en het woord welcome op de deur gehangen, dus hij wist waar hij aan toe was. Klopklop! Bonjour, ik kom de spullen van meneer W ophalen. Goede man. Volgens mij had meneer W hem niet helemaal precies verteld waaruit het karwei bestond, want het meneertje verslikte zich toen hij zag hoeveel het was. Aha, die diepvries ook, en die grote dikke besneeuwde natte fauteuil? En al die lege flessen? En die volle ook? En dat oude aquarium? Jazeker, ga uw gang. Goed dat hij zijn zoon en een aanhangwagentje bij zich had. Hij reed twee keer en kwam toen niet meer terug. Niet dat alles nu weg is, maar zo'n man heeft ook recht op een vrije zaterdagavond. In elk geval is er nu plaats om weer nieuwe troep neer te gooien, en dat is nodig want R heeft de hele garage gestript. Weg met die scheefhangende halfvergane kastjes, stukken hout en onpraktische gereedschapsrekjes. Naar buiten ermee. Zodra we tijd hebben gaan we zelf ook een aanhangwagentje aanschaffen, dat loont zeker de moeite, en we weten inmiddels waar het stort is.
Verder verheugend nieuws: we kochten brood bij het bakkertje in Jamoigne, naast de mairie, en dat was heel erg lekker brood. Knapperig, geurig en ongesneden. Goed zo. Aan troep opruimen en poetsen komt een keer een eind, maar een goede bakker in de buurt is blijvende vreugd. Nieuw spreekwoord.
Voor de geschiedschrijving alvast een foto van het huisje met sneeuw, al wacht ik voor de echte staatsiefoto nog steeds op een beetje zon.