Vandaag was het tijd voor de tandarts. HiRise was als eerste aan de beurt en hij gedroeg zich voorbeeldig. Toen hij de apparatuur zag staan moest hij eerst nog wel even snuiven, maar hij was snel gerustgesteld. Tot onze verbazing onderging hij het hele gebeuren zonder dat een 'lichte narcose' nodig was. Volgens Quentin komt dat doordat HiRise intelligent is en algauw begrijpt dat die beugel en het geluid van de rasp en de spuit met water in zijn mond allemaal niet echt bedreigend zijn. HiRise denkt erover na.
Inderdaad stond hij even later vanuit de box ernaast de hele operatie oplettend te volgen toen Kir aan de beurt was. Leergierig ventje.
Voor Kir wisten we van vorige gelegenheden al dat een roesje noodzakelijk was, als pony reageert ze meer op haar instincten. Ook bij haar ging het goed, Quentin corrigeerde nog wat aan de ene te lange kies, nog één keer volgend jaar en dan is dat ook in orde.
Na afloop nog twee uurtjes bijkomen in de box. Vermoeiend hoor. Harissa hield de twee gezelschap tijdens de wachttijd, aardig als zij is.
En daarna ging het leven voor iedereen weer gewoon verder, dat wil zeggen: hooi eten.
De afgelopen periode leek het af en toe alsof we in benarde omstandigheden waren beland. De regenwaterpomp begaf het, het stookhout was zo goed als op maar het schoot de leverancier in de rug, de gastank bleek nog maar voor 7% te zijn gevuld terwijl de tankwagen pas over drie weken zou komen, en er kwam steeds minder water uit de kraan. Armoe troef.
Maar niet voor lang. De nieuwe regenwaterpomp doet het prima, het gas kwam vervroegd toen R een noodkreet slaakte, het hout werd sneller geleverd dan wij naar huis konden wandelen, en sinds gisteren stroomt ook het gemeentewater door onze leidingen met een kracht die we niet meer gewend waren. Gisteravond was douchen een ongekende ervaring. Zomaar een prachtige straal water, net als bij normale mensen. Heerlijk.
En terwijl ik had gedacht, de gang van zaken bij wegwerkzaamheden kennende, dat het wel een paar weken zou duren eer die loopgraaf in de tuin en de sleuf aan de overkant gerepareerd zouden worden, maakten de Mannetjes alles vandaag meteen weer keurig in orde. R stuurde een welverdiend bedank-mailtje naar de gemeente. We zijn weer helemaal rijk.
Het zit erop, het mestuitrijden van 2025, 19 karretjes, 8 tractor-uren en heel veel I+R-uren. Zwaar werk, inscheppen en uitwerpen. Het was precies genoeg voor het ruïneveld. Aan de overkant is het dankzij Oliviers schapen niet nodig.
Daarna namen we Titan onderhanden. Door zijn dunne mest van de laatste tijd werd hij van achter steeds vuiler. We wasten zijn achterbenen en hingen zijn staart te weken in een emmer lauw water om de klonten eruit te vegen. Het hielp prima, hij zag er meteen een stuk beter uit, mooi schoon stond hij te drogen in de zon. Helaas is de oorzaak daarmee niet verdwenen en vandaag was het alweer mis. Er zijn allerlei oorzaken mogelijk maar welke het in zijn geval is, weten we niet. Hopelijk wordt het beter als het echt voorjaar wordt.
Omdat het hier nooit saai mag worden, kwam de gemeente wat doen aan het bedroevende straaltje water dat bij ons de laatste tijd uit de kraan komt. De druk was vorige week al gemeten: 2,2 bar, niet geweldig maar acceptabel, dus moest het aan de doorstroming liggen. Graafgraafgraaf. Waar zit die aansluiting precies, daar onder de weg door? Het zat ze niet mee, de sleuf werd steeds langer en toch sloegen ze aanvankelijk net de ene decimeter over waar de aansluiting uiteindelijk bleek te zitten.
Eenmaal gevonden, was overduidelijk waarom we zo weinig doorstroming hebben. Dichtgeslibd. Al ons water moet door dat gaatje. Dat heb je met ijzer in de bodem, hier in de omgeving komt de gemeente dat probleem dikwijls tegen.
Om een volgende keer precies te weten waar de aansluiting onder de weg doorgaat, wijst R de plek aan. Ziezo, gefotografeerd en geweblogd, dat kan in de toekomst een hoop graafwerk schelen.
In de tuin moest de watermeter worden opgegraven en omdat die eigenlijk onhandig geplaatst is en met een onnodig zware afdekking, krijgen we daar een nieuwe aan de rand van de haag. Daar komen de Mannetjes morgen voor terug. En verder moet die uitgegraven grand canyon, inclusief weggehakte betonrand, worden hersteld en dichtgegooid. Dat duurt nog wel even.
Daar ik niets kan bijdragen aan dergelijke werkzaamheden, maakte ik een begin met het wegschrapen van de schapenmest aan de overkant in de schuilstallen. De dames hebben hun best gedaan, qua mest, en stevig aangestampt. Hele plaggen kwamen los. We moeten die nog wel afvoeren maar dat gaat even niet omdat de grand canyon de toerit naar het weiland blokkeert.
Tot slot kan nog worden gemeld dat volgens de Mannetjes het vóórkomen van knaasjes verband houdt met de bodemgesteldheid, die heb je namelijk alleen op schist, en deze Mannetjes kunnen het weten want zij komen overal in de gemeente.
Het hangt er helemaal van af van welke kant je het bekijkt. Van boven gezien is er nog heel veel gras waar mest op moet. Kilometers gewoonweg, lijkt het wel.
Maar van beneden lijkt het toch zo goed als klaar. Alleen dat ene stukje nog, rechts bij de eiken. Peuleschil.
In werkelijkheid zijn we inderdaad ongeveer op de helft, met de drie karretjes van gisteren erbij. We reden zes karretjes uit, 's morgens drie en 's middags drie. Het was tamelijk warm, met wind uit alle richtingen, zodat bij het inscheppen de jas uit moest en op de tractor juist aan.
De producenten van dit alles, hier in hun hoedanigheid van consumenten, alweer druk bezig met de productie van het materiaal voor volgend jaar.
Zondag gingen we een eindje om. Alleen in de crossbaan, was mijn bedoeling, maar het was lekker fris weer, de vogeltjes fluiten al volop, en we deden er nog een rondje bij. Achter de voormalige ruïne langs, over het weggetje terug, dat duurde een beetje langer maar ach, het was niet dat we andere plannen hadden en het is goed voor mijn knie. Wel. Halverwege, telefoon: Olivier 'jullie haardhout is net geleverd op de oprit'. Onaangekondigd. Dus toen kon ik me gaan uitleven in mijn op één na favoriete hobby. Vier kuub, meteen begonnen en dinsdagmiddag was het klaar.
En vandaag is het woensdag? Ik raak de tel kwijt. Dat is toch pas een dag daarna? 's Ochtends eerst fysio, dat is tegenwoordig niet meer lui achterover liggen met wat elektroden, nee, hometrainer, loopband, crosstrainer, zweet.
Tussen de middag kwam een meneertje van Eloy ons ministation inspecteren. Het zag er goed uit, hij nam een monster en hield het omhoog: keurig zuiver water maken die bacterietjes van ons afvalwater. Daar kun je thee of koffie van zetten, zei R, maar dat vond Eloy wat ver gaan.
Zodoende konden we pas om half drie beginnen met het jaarlijkse feest van mest uitrijden. Drie karretjes schepten we vol en weer leeg bij aangenaam voorjaarsweer en slechts één knaasje. Morgen verder.
Inmiddels hoesten we met zijn tweeën in concert, al ben ik aan de beterende hand.
Een goed moment voor een paar bijzondere merkwaardigheden tussen de bedrijven door, die anders steeds maar niet worden gelogd. Vorige week bijna een buizerd tegen de voorruit, hij kon nog net opzij zwenken. Als ik net als degene die mij vervolgens voorbij scheurde 120 km/u had gereden, was het raak geweest, maar ik let altijd goed op mijn snelheid in onze wildrijke omgeving.
De volgende ochtend stond er een ree in het veld vlak achter ons ruïneveld, dat is niet zo ongewoon, maar evengoed bijzonder mooi.
In het gras waar de droogmolen staat vielen ons de snel wegsprintende regenwormen op in het licht van R's hoofdlamp. Floep! schoten ze in hun holletjes. Dat doen ze waarschijnlijk al sinds we hier wonen maar het is ons nog nooit eerder opgevallen. Ik wist niet dat die beestjes zo snel konden bewegen.
Het vriest nu weer, en zie wat de vorst voor moois maakt van een heel gewone biels met wat mos.
Ook van een terrastegel maakt hij een kunstwerk.
Af en toe zien we zoiets nog wel op een slaapkamerruit, maar deze keer lag het kantwerkje horizontaal. Een half uur later was het verdwenen.
Een nieuw logje is niet nodig als men bij het vorige gewoon een doos tissues en een glas gemberthee denkt, en het geluid spreekt ook voor zich. Verkouden, ik.
R niet. Ik ging wel naar de kiné, gisteren en vandaag, en terwijl ik weg was, wist R de halve haag te snoeien, kniknipknip zaag zaag, het begin had hij vorige week al gemaakt.
Vorige week, toen het een dag mooi weer was, wandelden we langs het beverbeekje. Daar waren een heleboel wild opkomende sparretjes gekapt ter bevordering van de biodiversiteit. Dit désenrésinement zorgt ervoor dat er meer ruimte komt voor loofhout.
Het gaat geleidelijk wel beter met de verkoudheid dankzij vroeg-naar-bed en goed slapen, en waarachtig ook met het herstel, dankzij de kiné. Vanmiddag kon ik opeens bijna normaal de trap op lopen waar dat tot voor kort best nog moeizaam ging. Nu nog trap-af, dat is de volgende doelstelling.
Na die ene dag voorjaar trad weer herfstweer in met regen en wind. Na die ene dag dat ze er netjes geborsteld en wollig bijstonden, wisten de paarden zich weer egaal te bemodderen. Nu staan ze zich te vervelen in de beschutting voor de boxen. Er is niks aan, aan zulk weer.
R wist na veel omzwervingen en een miskoop het Enige Juiste Onderdeeltje dat nog ontbrak aan de regenwaterpomp (eigenlijk: hydrofoor), te lokaliseren in Libramont, en ik ging mee omdat er op zo'n dag toch niets te doen is rond het huis. Op zoek naar kleine glaasjes en handdoeken. Hema en Casa leverden niets op, maar Mr. Brico wel, en het Enige Juiste Onderdeeltje kwam mee naar huis. R monteerde het direct. Nog even alles weer los wegens een vergeten ringetje, en hij werkt, de regenwaterpomp. Hoera. De Enige Juiste Waterdruk voor de paarden, de wasmachine en toiletten.
's Avonds maakte ik eens een soort selfie van de activiteit van de rest van deze regendag. Er wordt gewerkt aan het laatste vierkant van een nieuw dekentje, er is thee en wat te (her)lezen.
Daar was het dan, in één klap: het voorjaarsgevoel. Terrasjesweer. Wel met jas aan, maar met een flink aantal bonuspunten. Ten eerste Océ, die precies weet wat haar te doen staat als het zover is. Ten tweede paarden die af en toe een vrolijk galopje trekken. Ten derde buizerds met hun kiiieeeuw kiiieeeuw, een specht met zijn tiktiktiktiktok, vannacht een uil, en nu kraanvogels per groepen van een paar duizend, die hier rondjes draaien voor de thermiek. Groegroe groegroe.
En ook in één klap: de sneeuwklokjes zijn boven de grond gekomen nu ze de kans hadden. Duidelijk later dan voorgaande jaren, doordat het maar bleef vriezen, maar nu: paf!
R snoeide de haag al aan de dorpskant, en als het weer nog even zo blijft, komt de ruïnekant ook aan de beurt. We praten alweer over mest uitrijden, dat is dan wel weer minder.
Ik stel het internet even voor aan Lego. Internet->Lego, Lego->internet, aangenaam. Hij is af. Ik had gedacht dat het weken zou duren maar het was in drie dagen gepiept dankzij de feilloze handleiding. Het onderhanden breiwerk kan best even wachten als er een nieuw huisdier op poten moet worden gezet.
Hij zit nu op tafel, wat eigenlijk niet mag, en telkens als ik binnenkom terwijl ik aan iets anders loop te denken, schrik ik mij een hoedje, oei, een vreemde kat in huis. Morgen zetten we hem hoog op de kast. Misschien schrikt het de mezen af, zodat die niet meer door het raam proberen te vliegen als ze hem zien: oei, een kat!
Het haardhout werd nog niet gebracht, maar ik ruimde wel de carport op zodat ik kan gaan stapelen als het dan komt. Ook staakte de post niet meer maar de pomponderdelen werden toch niet bezorgd. Morgen beter. Misschien.
Ook vannacht weer min 6.