Alwéér jarig! Voor de 72e keer nu al, en nog altijd going strong.
Hartelijk gefeliciteerd, cowboy!
Bezige week. R stak distels en rumex uit in het zwembadveld en kruide het onkruid de crossbaan in.
We ontgroenden in één dag de achtergevel. Handwerk, met borstels en groene zeep. Het was even doorbuffelen maar dan héb je ook wat. Vorige week had ik met hetzelfde materiaal de tuinstoelen ook oogverblindend wit gekregen.
Aan de overkant maaide Olivier de regain. Maaien, schudden, nog een keer bijeenharken. Terwijl wij bij Le Paul zaten te babbelen, ging het opeens onvoorspeld regenen. Snel zwelen en oprollen, Julie deed het zwelen met de oude trekker en Olivier het rollen met de iets minder oude. Totaal 12 rollen.
Intussen knipte ik het onkruid op het hellinkje achter de schuilstallen met de grasschaar, de enige mogelijkheid om daar bij te kunnen. Het was en bleef donker weer.
Dead or alive. Toen vorig jaar de screen aan de voorkant uit de rails was gelopen, kreeg R hem er met moeite weer in. Afgelopen week bleef dezelfde screen bovenaan steken. Gedoe. De lange ladder van achter de boxen tevoorschijn sjouwen en daar boven staan priegelen, geen fijn werk. Deze keer was het wel sneller voor elkaar. Er vielen twee dode vleermuizen uit, ze kruipen in de oprolkoof, worden geplet en verstoren zo het afrollen van de screen. Okee, ladder terug gesjouwd, klaar.
Een paar dagen later hing er een levend vleermuisje aan, onderaan, vlak bij de lat. Toen R hem met een stokje probeerde naar beneden te dirigeren, trachtte het beestje in de geleider in de zijkant te kruipen, een minuscuul gleufje. Maar toen we de screen een beetje omhoog en omlaag bewogen, vloog hij toch weg. Hopelijk vertelt hij zijn vriendjes dat het geen goed idee is om hier te overnachten, er is verder weinig tegen te beginnen want ze kruipen in de petieterigste kiertjes.
En er zijn weer teken, ik ving een dikke bij Océ, zelf voelde ik er een op mijn schouder kriebelen, en vanochtend kroop er een op de vloer. Binnen! Opgepast maar weer. De paarden hebben er daarentegen al maanden geen meer. Wel zijn er ontiegelijk veel knaasjes.
Verder bleek iemand een hond (?, in elk geval iets bruins met haar) te hebben begraven vlak langs ons uitrijpad achter de crossbaan, maar er zich met een Jantje-van-Leiden van af gemaakt. Kussens, deken en een speeltje meebegraven, maar veel te ondiep. Het lijk was weer opgegraven, waarschijnlijk door een vos. Stinken. Ontzettend goor. Zelf ben ik heel onheldhaftig geneigd om in zo'n geval gewoon zes maanden met een hele grote boog om die plek heen te rijden, we hebben nog andere uitrijmogelijkheden, tot de natuur zijn werk heeft gedaan door middel van vossen, wormen, kevers enzo. Maar R heeft zich nuttig gemaakt met opruimen, en dat met dit weer. Pfoe.
Nog twee dagen bloedhitte en dan onweer, zo is voorspeld. It had better be true, anders zwaait er wat.
Daar was ik erg mee in mijn nopjes, die koele regenweek tot en met vrijdag. Het begin van de herfst toch, zoals het september betaamt? Prachtige wolkenluchten, veel interessanter dan dat eeuwige strakblauw. De ventilator opgeborgen, een dekentje over het voeteneind van het bed, lange mouwen, yes!
Met zulk weer kunnen we tenminste wat doen buiten. R nam HiRise weer eens mee uit wandelen, niet geplaagd door knaasjes, dat was een tijd geleden.
En ik knipte de uitgebloeide lavendel bij, een karweitje dat best te doen is, zelfs al is het op het zuiden met zon, als de temperatuur maar fris is.
Maar te vroeg gejuicht. Het hele circus begint van voren af aan. De complete komende week: 27° en meer; mopperdemopper.
Hier kan ik het maar beter even bij laten. Of nou, er is toch iets heuglijks te melden: Anderzijds bestaat deze maand 13 jaar.
Bijzonderheden van de voorbije week. Met de logees naar de voorstelling Et la Semois était rouge de sang (over WO I) op de binnenplaats van het kasteel van Jamoigne, dat doordeweeks ons gemeentehuis is. Ook de niet strikt franstaligen vonden het magnifique. De Lieutenant de Crépy kwam er nog in voor, in wiens straat we gewoond hebben (voorheen Rue du faubourg).
Ook genieten is de weersomslag. 's Nachts maar 7°, overdag 18°, af en toe een regenbui, 's ochtends nevel. Eindelijk dan toch, na maanden zon. Alles is groen, wat een verschil met een jaar geleden. Dit is het betere weer, voor onszelf en voor de paarden. Er zijn wel knaasjes, maar in elk geval niet meteen 's ochtends om zes uur.
Zondag een fijn ritje in Cugnon van 20 km. Een mijlpaal was dat wij als eersten aan de start verschenen, dat was ons nog nooit eerder overkomen. De route was een beetje saai met lange asfaltweggetjes terwijl er links en rechts overal prachtige bospaden waren, en matig bewegwijzerd. We zouden nog de Semois over, maar het bleef onduidelijk waar dat had gemoeten.
Ik was wel erg content met Harissa, die opeens van alles durfde zelfs als Titan ervoor terugschrok. Eindelijk verstandig. Ze gedroeg zich voorbeeldig, afgezien van de laatste 10 meter voor de finish waar ze het aanwezige publiek liet zien dat ze toch een eigenwijs paard is, dat best af en toe dwars over de weg wil gaan staan. Titan deed het ook goed, we deden kalm aan en hij heeft maar één keer gehoest.
We ontmoetten er een schattig meisje van een jaar of zeven, dat vertelde over de paarden die ze thuis hebben en over haar eigen pony: '... en dan zeggen andere kinderen dat paardrijden geen sport is maar iets voor baby's, maar dat is helemaal niet waar. Jullie zijn toch ook geen baby's, jullie zijn zeker wel 40 denk ik.' Inderdaad, en wij rijden ook nog steeds paard. Zo is het, ze had helemaal gelijk.
We kwamen er nog oude endurance-kennissen tegen, die ook niet zo blij waren met de uitgezette route en die we uitgenodigd hebben om bij ons te komen rijden. Als R een route van 20 km uitzet, is daar maximaal 10 meter asfaltweg bij en verder alleen prachtige bosweggetjes en paden, en we gaan wel degelijk de Semois in. Wat hebben we het toch geweldig getroffen met onze omgeving, en ik natuurlijk met R, die altijd de fijnste weggetjes weet en nooit verdwaalt.
Niet veel tijd voor een logje, het is de heetste week van deze zomer volgens de meteorologen, en in elk geval de klefste volgens mij. Knaasjes. Binnenzitten met de ventilator aan tot het donker begint te worden.
Wel weer tijd om tiramisù te maken, laatst was een hele wat veel voor ons twee, maar met de logees samen krijgen we deze best op.
Nog cacaopoeder erover en voilà. Hij is weer goed gelukt.
Hoe meer tijd verstrijkt tussen twee logjes des te minder er te loggen lijkt. Want wat was er de afgelopen tien dagen eigenlijk voor bijzonders? Ik zou het niet weten.
O wel. De videur kwam het ministation leegzuigen. Dat was voor het eerst sinds de installatie, meer dan acht jaar geleden, dus dat mag toch wel vastgelegd. Groot materieel.
Na afloop konden we de put weer vol laten lopen met de slang uit de regenwatercontainers, vier kuub.
Ook een mijlpaal: R ging met Le Willy praten over een onderhoudsbeurt voor ons trekkertje. No problem, hij komt hem binnenkort opladen. We gaan het zien.
Goed: dankzij de welkome regen groeide alles geweldig. Dat betekent wekelijks grasmaaien, en de paarden kunnen met de crossbaan erbij een poosje vooruit zonder dat de draad in het ruïneveld hoeft te worden verplaatst.
Minder goed: de ventilator is toch niet geluidloos geworden met de keramische lagers. In het begin wel, maar al gauw niet meer. Brrroembrrroem. Wat nu.
Wel goed: ik hervatte mijn fietstraininkjes. Eerst kwam de covid tussenbeide, daarna drie maanden bloedheet weer, gevolgd door tien dagen regen, maar nu kan het weer, althans tot de volgende hittegolf. Het ging nog best.
En we gingen er weer eens op uit met zijn vieren. Ik bewonder R dat hij daar geen been in ziet met in elke hand een paard, maar zelf zegt hij dat HiRise altijd prima meekomt.
Verder bracht ik vanwege het weer heel wat tijd door in de keuken. Bananencake, gevulde aap, vruchtencake, bitterkoekjes, tapenade, pesto, hummus, pickles, nectarine- en bramenjam. Dat is zo ongeveer het repertoire, maar er kan altijd meer bij natuurlijk.
Augustus alweer. Zaterdag poetsten we het huis, en zondag bezochten we de Petite Foire. De grote Foire trok bijna 200 000 bezoekers (drie kwartier in de file voor een parkeerplaats), maar daar waren we lang geleden al eens geweest.
Aardappeloogst. Dit komt qua efficiency niet in de buurt van de met gps getrokken kaarsrechte voren van de reuzentractor met airco-cabine in de polder, maar het bevalt een categorie mensen beter. Je hebt er ook een klein jongetje voor nodig dat het prachtig vindt om de opduikende aardappels te rapen. Slow food.
Een deskundige boer gaf uitleg over tractoronderhoud, maar het meeste wisten we al (althans R). Ik stelde vast dat de baard, en lang haar bijeengebonden met een reep stof in een topknot, dit seizoen de dracht voor de alternatieve boer is. Verder kraampjes met wol, baksels, keramiek en kruidenmengsels. Gemoedelijk, en geen parkeerfiles daar, alleen een rij bij de handmatige frietbakker.
Dankzij de short notice logees van dinsdag/woensdag kon ik deze foto van Océ scoren, die in haar slaap verrast werd door hun teckel. Hij is veel te klein om zelfs maar in de aanhanger waar haar krat staat te kunnen kijken, maar Océs verontwaardiging was omgekeerd evenredig aan zijn grootte. Een HOND! hier! Hoe durfden wij zo'n ondier toe te laten. En dat terwijl Freek zo'n gezellig en vriendelijk beestje is. Oké, sorry Océ.
Dankzij de aanhoudende regen, een Frans filmpje op YouTube en prompte levering, kon R de nieuwe keramische lagers in de ventilator monteren (ik sopte de onderdelen schoon in de gootsteen). Fluisterstil ventilatiesysteem nu, heel fijn.
En tot slot moet er iets gelogd zodat wij over een paar jaar nog weten wanneer het was. De deeghaak. Al na twee jaar begon het email los te laten, R klaagde, Bram van KitchenAid liet weten 'het sub-optimaal functioneren' van de kneedhaak te betreuren en stuurde een nieuwe op. Dus zo, dat ligt vast. Als het ding weer sub-optimaal durft te gaan functioneren, weten wij Bram te vinden.
Ik loop een beetje achter. Deze week waren er mijlpalen, maar ook kwam Fred de paarden beslaan en HiRise bekappen, en er waren logees. Bezig, bezig.
Zodoende ging 23 juli voorbij zonder logje, maar wij denken natuurlijk elke dag aan HiTime.
Het regent echt. De logees kwamen aan in korte broek en slippers, en woensdag maakten we een wandeling met jongste kleindochter (6) op Titan, maar donderdag regende het de hele dag, vandaag ook grotendeels, en het blijft nog meerdere dagen wisselvallig. Dat is wel een logje waard. Regen, degelijke regen. De weilanden lijken meteen groener, de waterbakken zijn vol, kamerplanten konden naar buiten, mals weer. Drie hoeraatjes.
Er is weer een dekentje af, het vijfde en vooralsnog laatste, een huishouden kan ook een keer genoeg dekentjes hebben. Deze keer breide ik mijn initialen in de rand, ideetje van R.
Verder maakte ik tiramisù, dat was zo lang geleden dat ik ook dat logwaardig vind. Het lukte weer prima, alleen geen foto want hij is alweer op. Tja.
En dan de mijlpaal van het decennium. Ik neem tenminste aan dat er niet binnen tien jaar nog een komt. Zo heb je een plan voor het voeren van voordroog met netten in de boxen, en dan opeens boem! heb je een reusachtige weideruif. Toen ik hem zag, moest ik wel even slikken. Gigantisch. En zwaar. Maar het zal wel weer zo gaan als met al ons landbouwgereedschap, in eerste instantie vind ik het erg groot en na een tijdje is het allemaal gewoon geworden. Het plan is om het hooi in elk geval in het begin eerst af te wegen en het enkele malen per dag in de ruif te deponeren, om te kunnen bijhouden hoeveel er wordt gegeten. Dat waren we met de netten ook al van plan. Het voordeel is (nog) minder stof, geen risico van verstrikt raken in een net en minder tijd doorgebracht in de boxen. We gaan zien hoe het experiment uitpakt.
Een week later, er zijn tien druppen gevallen maar dat is niet genoeg. De paarden kregen er een stuk ruïneveld bij waar het gras een beetje is bijgegroeid, te weinig, maar in elk geval waarderen ze het groen in plaats van de droge staakjes die in het zwembadveld nog overeind staan. Ik snoeide de spirea drastisch zodat we nu vanuit de woonkamer weer zicht op ze hebben.
De crossbaan is klaar, alle paden hebben weer hun volle breedte. Het werk met de heggeschaar is zwaar (5 kg in de hand) en op den duur onaangenaam, alles bij elkaar is het 1,5 km snoeien. Een volgende keer eerst maar de klepelmaaier erdoor, het scheelt ook opruimen na afloop. Nu resten hier en daar nog wat doorgangetjes, maar dat is mijn hobby en heeft geen haast.
Donderdag deden wij eens something completely different, namelijk een wandeling met lokale gids naar de Vague des Gomhets (diverse spellingen en theorieën over de herkomst van die naam), vanaf het dorpsplein 6 km was aangekondigd, maar dat waren wel 'Jago-kilometers', vooral de laatste twee. Mijn knieën zijn dat soort wandelingen, met veel stilstaan, niet gewend.
Interessant was het wel, we leerden van alles over eetbare en geneeskrachtige planten (arnica), anti-jeukremedies (weegbree) en natuurbeheer. Nu nog het een en ander zien te onthouden. Dat we afgelopen najaar zo ongekend veel eikels hebben gehad, komt volgens de gids door de droogtestress van de bomen. Daar kan ik goed inkomen. Zelf heb ik tegenwoordig ook vaak droogtestress, en de eiken zijn niet de enige bomen. Kijk maar wat er momenteel vroegtijdig van de bomen valt, onrijp.
Walnoten. Hazelnoten. Beukennootjes. Van de walnoten hebben we er vergeleken met die 100 van vorig jaar maar weinig, we mogen blij zijn met 20 stuks, maar alle hazelaars zitten tjokvol, en zoveel beukennootjes als nu hebben we nog nooit eerder gezien. Het is ook een goed frambozenjaar en er zijn bosbessen, wel kleintjes. Nog een paar graden erbij en al het gematigde gewas gaat dood en we kunnen steeneiken druiven en dadelpalmen planten, in extremis gaat het meer in de richting van de cactussenteelt. O, dat klimaat, dat klimaat. Komt het nog goed? Ik denk van niet.