De laatste paar dagen waren er vol mee. Maandag was een vrije dag (wapenstilstand WO I), toen was er niets bijzonders. R maakte een ritje met Justine, het begon te motregenen, ze kwamen een dame met een angstige hond tegen en er lag een boom over het pad, maar verder niets speciaals. Dat ging nog.
Dinsdag daarentegen. Terwijl R weg was om boodschappen te halen kwam Olivier onaangekondigd aantuffen om de vier oude hooirollen op te halen. Dat zou hij eigenlijk vorige week al doen. Het onverwachte bestond erin dat hij per keer twee rollen kon meenemen. Hij prikte ze een voor een aan, legde ze naast elkaar, stak in elk een pin en reed ermee weg. Hij deed het bekwaam en het ging goed.
's Middags belde de secretaresse van de kniechirurg. Ze had een afzegging en ik kon in plaats van 4 februari nu al 13 december terecht voor de operatie. Dat was mooi, maar dan moest de afspraak met de anesthesist ook eerder (morgen), en voordien nog bloed afnemen bij de huisarts voor analyses, waar ik op stel en sprong heen moest en daar was eigenlijk geen plaats.
Tussen de bedrijven door bleek er vanochtend voor het ontbijt alweer een nieuwe vleermuis aan de screen te hangen, maar die vertrok gelukkig al gauw, na wat aandringen door R met het latje. Door dat gedoe had ik nog niet ontbeten, wat goed uitkwam doordat ik opeens toch meteen bij de huisarts terecht kon.
Maar ik kan daar slecht tegen. Tegen de operatie zelf zie ik helemaal niet op, maar al dat geregel en gestress, en of we morgen op tijd aankomen zonder file en en ergens een parkeerplaats kunnen vinden, dat is veel erger: aargh!
Het zal allemaal wel goedkomen, dat doet het altijd, maar ik zal blij zijn als het van nu af glad verloopt.