Er zijn tekenen dat het voorjaar nadert. Er lag een half, uitgekomen vogeleitje in Harissa's box. Nog geen nestelende vogel gezien, maar hoe komt zo'n eierschaaltje daar dan, vraag ik.
De paarden waren toe aan een grote borstelbeurt, dat kon steeds niet vanwege de regen, maar gisteren greep ik mijn kans. Normaal is dat borstelen buiten gemakkelijker want dan waaien de vlokken vanzelf weg en hoeven we na afloop niet te vegen, maar dat ging nu niet in verband met de overdosis knaasjes, dus vooruit, op de betonplaat dan. Alles bij elkaar meer dan een mestschep vol. Kir treedt op als schaaldiertje.
De paarden zagen er meteen een stuk beter uit, al werd dat al snel tenietgedaan door gerol in de modder. Het haar wierpen we onder de beukjes, voor het geval de vogels het als nestwol willen gebruiken. Maar misschien is dat al mosterd na de maaltijd en zijn ze dit jaar extra vroeg begonnen.
Na een aprilse bui ging een dubbele regenboog zomaar in ons weiland staan. De dubbele rees op uit de crossbaan. Het lijkt wel of de bogen de donkere luchten tegenhouden. Het dorp lag nog in de regen, maar wij hadden zon.
De wind heeft drie sparren in de aanplant achter de crossbaan omgeblazen en Sandra heeft een beukje laten omzagen. Haar tuintrapje staat vol narcissen, bij ons schieten de pioenrozen sneller uit de grond dan wij kunnen bijhouden, en in de crossbaan lopen vlieren en kamperfoelie uit. Nog even en ik zet de tuinmeubels buiten, nou, dat is het moment dat het echt menens wordt.